Wat kunnen organisaties leren van kinderen? Lees de blog over het sprookje van de walrus en de zeemeermin en het belang van oefenen en doorzetten voor het ontwikkelen van vaardigheden en talent.

Het toverwoord

Focus is een toverwoord binnen organisaties en dan vooral wanneer het gaat om het einddoel of in dit geval het gevolg, namelijk de positieve cijfers in allerlei opzichten. Denk bijvoorbeeld aan klanttevredenheid en financiële resultaten. Op zich prima, alleen is het wel zaak als organisatie het traject dat hieraan vooraf gaat goed te faciliteren. Al deze cijfers kunnen immers niet ontstaan zonder dat ruimte en tijd worden gegeven aan de werknemers voor het ontwikkelen van vaardigheden, inclusief de ruimte eens goed onderuit te gaan oftewel te leren van fouten. Een ander aspect dat hier een rol bij speelt, is de drive van werknemers. In dat opzicht werd mij tijdens een vakantie in Frankrijk een lesje geleerd door het onderwaterdier van de familie.

De walrus en de zeemeermin

De ingrediënten voor een ontspannen vakantie van de familie Van der Lee: mooi weer, een zwembad bij het vakantieverblijf van twaalf meter lang en een vader die twee weken lang tijd heeft voor zijn kinderen. Gevolg: het jeugdcontingent van de familie is tevreden en vertoeft veel in het zwembad. Natuurlijk zijn er in dit opzicht ook verschillen waar te nemen. De benjamin wil spelen en wordt het liefst zoveel mogelijk door het zwembad gegooid of gebruikt mij als veredelde rots om van af te duiken. De oudste is nu op een leeftijd gekomen dat afwisseling wordt gezocht met rustig op een luchtmatras dobberen en rondzwemmen. En de middelste? Ja, dat is een geval apart. Die zit bij voorkeur liever onder water dan boven water en het vergelijk van papa als walrus en deze telg als jonge zeemeermin wordt regelmatig gemaakt. Beiden houden van water, alleen is er qua omvang een verschil. Aanvullend is het wel van belang te weten dat dit onderwaterdier, wanneer het aankomt op zwemmen, ook nog eens een enorme drive en competitiedrang heeft, die duidelijk afwijkt van de andere twee. De doelgerichtheid zou overigens best erfelijk kunnen zijn.

De lat leggen

De vraag aan het begin van de vakantie is dan ook hoeveel meter wij onder water kunnen afleggen, waarbij de lat wordt gelegd door de ervaren walrus. Hierbij heb ik ook ergens diep in het hoofd de gedachte en het doel dat het mooi zou zijn als ik de zeemeermin in kwestie kan helpen even ver te komen qua afstand of misschien verder. Ik moet wel zeggen dat er ook wel iets van competitie sluimert in mijn gedachten, wat wellicht wordt getriggerd door de continue eigenwijsheid van deze jongedame. Maar goed, het begon dus met de eerste duik, waarbij ik met redelijk gemak de overkant haalde. Ik merkte echter wel dat de conditie niet top was. De beurt was daarna aan de zeemeermin en na twee keer was het kunstje onder controle. Het gevolg: ik kon weer aan de slag om de lat hoger te leggen, wat de volgende dag eindigde in twee banen onder water. Dit was op dat moment iets te veel van het goede voor de competitieve telg en ik had het gevoel dat ik de rest van de vakantie op dit gebied wel eens rust zou kunnen krijgen. Haar ‘fout’ lag niet zozeer in het feit dat zij qua conditie de afstand niet kon volhouden maar had te maken met focus en het feit dat zij vaak direct achter elkaar probeerde het beoogde doel te behalen. Dit zonder af en toe rust te nemen en op adem te komen. Het lichaam kan dit niet aan en daardoor werden veel pogingen vroegtijdig afgebroken. Kortom, gesprekje voeren, tips geven om rust te nemen tussen de inspanningen door en weer opnieuw!

Oefening baart kunst

En na al dit oefenen blijkt dat het oude Nederlands gezegde wel degelijk klopt:

Oefening baart kunst.

Want na veel oefenen, waarbij ik niets hoefde te doen voor de aansporing, was het halverwege de vakantie zover dat wij beiden naast elkaar twee keer het zwembad onder water konden oversteken! Ik zat mij te verbazen en vroeg mijzelf af hoe ver ik zelf nog kon gaan. Na een aantal pogingen was daarna met drie banen onder water de nieuwe lat gelegd. Ik had nu het gevoel dit niet haalbaar was voor de jongedame. Gedurende de dagen daarop zag ik af en toe in mijn ooghoeken dat er werd geoefend met vuur in de ogen en een focus waar ik mijn petje voor af neem. En uiteindelijk, toen ik op de een van de laatste dagen dacht er van af te zijn, werd ik weer uitgenodigd in het zwembad voor een duikcompetitie voor twee. Nu doet een vakantie met zon, goede rosé en boeiende gesprekken de geest wel goed maar niet altijd het lichaam. Kortom, enigszins buiten adem voltooide ik de drie banen en daarmee was het voor mij klaar en duidelijk. Zover ging zij niet komen! En toen gebeurde het! Een week oefenen, in combinatie met gedrevenheid, talent om te zwemmen en focus in een klein tenger en pezig lijf van een zeemeermin van acht jaar oud, wierp zijn vruchten af. Drie banen en een juichkreet verder zat ik vol ongeloof te kijken. En dit werd afgerond toen zij naar mij toe kwam en zei:

Hé pap, dat had je vast niet gedacht.

Voelde ik mij verslagen en had ik het fout ingeschat? Ja, als ik heel eerlijk ben, voelde ik dit wel een beetje. Maar wat overheerste, was trots en was het een bevestiging van het inzicht dat oefenen en fouten maken noodzakelijk is om een uitzonderlijke prestatie te leveren, een topresultaat!

Doelen en de befaamde praatsessies

Nu even naar organisaties. Doelen worden gesteld en wanneer je dit bekijkt op organisatieniveau, gebeurt dit vaak door mensen die formeel een functie bekleden boven aan de piramidevormige organisatiehark. En dit soort besluitvorming vindt plaats in de befaamde praatsessies, waar mooie termen voor zijn bedacht die ieder jaar terugkeren, zoals heisessie en strategische beleidsplanning. Als het meezit, mogen tijdens deze sessies wat mensen uit de operationele organisatie vooraf input aanleveren bij de verantwoordelijke managers, alleen wordt vaak slechts meegenomen wat de manager in kwestie zelf graag wil horen. Wellicht mogen enkelen deelnemen, alleen is dit veelal vanuit de titel van potential! Dit verschaft namelijk gelijk legitimiteit aan de opmerking:

Dit is niet alleen een feestje van de top! Wij betrekken ook de werkvloer.

En wanneer uiteindelijk de doelen zijn bepaald en op papier gezet, volgt het dumpen hiervan in alle geledingen van de organisatie. Kortom, samen doelen stellen is een ruim begrip!

Fouten maken mag

Het eerste probleem bij dit soort exercities is dat er geregeld geen aansluiting is tussen de formele top en de echte organisatie en al helemaal niet bij het beeld van wat wel of niet echt mogelijk is oftewel wat mensen kunnen. Veel doelen zijn daardoor bij voorbaat te bestempelen als onhaalbaar, dit los van het effect van slechte communicatie. Een ander aandachtspunt is dat er aan het voortraject, oftewel het faciliteren en trainen van mensen, geen tot onvoldoende tijd en geld wordt besteed. Doelen stellen en bereiken vraagt namelijk om inzicht in het ‘kunnen’ en ‘willen’ van mensen, oefenen, experimenteren en ruimte om fouten te maken, diversiteit en gedrevenheid koesteren en vooral elkaar coachen. En dit alles in combinatie met de juiste mensen, juiste plaats en juiste tijd. Wanneer je dit niet incalculeert voor het bereiken van doelen, die volgen uit de strategische plannenmakerij, dan zijn deze bij voorbaat al tot mislukken gedoemd! Alleen wordt deze les binnen veel organisaties te vaak vergeten als gevolg van ingeslepen top-down-denken.

Wat ga je doen?

Wanneer samen je iets wilt bereiken om hier echt goed in te worden oftewel een topresultaat wilt neerzetten, dan is het van belang te oefenen en ruimte te geven aan talent en drive. Dit geldt op organisatie- en individueel niveau. Daarnaast is het van belang de gap tussen de formele en de echte organisatie te overbruggen en dit te doen door de volgende kritische vragen te stellen:

  • Doen wij wel waar we goed in zijn?
  • Zijn deze doelen wel realistisch?

Het antwoord op deze vragen krijgen, vraagt om durf, afstemming, communicatie en gezamenlijke betrokkenheid. En dit is niet te realiseren wanneer je als formele leidinggevende of collega op de stoel blijft zitten met reactief gedrag en het koesteren van hiërarchische denk- en doepatronen. Kortom, geef ruimte, coach waar nodig, stel kritische vragen, laat mensen fouten maken en laat jezelf verrassen door de drive en passie van mensen wanneer je dit koppelt aan de juiste uitdaging. En waar het allemaal mee begint? Heel simpel: durf te falen! Een mooi citaat dat hierop aansluit, is van de Amerikaanse politicus Robert Kennedy (1925-1968):

Alleen zij die geweldig durven te falen, kunnen ooit iets geweldigs bereiken.

*Dit is een hoofdstuk, afkomstig uit het boek Help! Mijn papa is manager, geschreven door Richard van der Lee. Het boek is voor € 12,50 (inclusief verzendkosten) te bestellen bij Bol.com. Klik hier voor meer informatie en inspiratie.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Fill out this field
Fill out this field
Geef een geldig e-mailadres op.