Benutten organisaties de toegevoegde waarde die een stagiair kan bieden wel voldoende? Lees over de stagiair als ideeëngenerator & inspirator en samenwerking tussen onderwijs en het bedrijfsleven.
Uitdagingen
Eén op de zes werkenden in Nederland wisselt liever vandaag verruilt de huidige werkgever het liefst vandaag nog voor een nieuwe werkgever die een soortgelijke functie aanbiedt. Een op de drie werkenden acht de kans op een overstap reëel.
Deze cijfers kwamen naar voren in een rapport van HR-dienstverlener Raet naar aanleiding van een onderzoek dat is uitgevoerd onder 1.400 werknemers. Kortom, de arbeidsmarkt is in beweging en vele werknemers zijn klaar voor een carrièreswitch. Het is dus van belang dat besluitvormers binnen organisaties zich bewust zijn van de uitdaging om de organisatiepopulatie kwalitatief en kwantitatief op peil te houden.
Echter, dit is niet de enige en wellicht ook niet de belangrijkste uitdaging. Immers, op basis van de demografische gegevens is duidelijk dat de huidige uitstroom van babyboomers en de instroom van nieuwe toetreders op de arbeidsmarkt ruim gaat overtreffen. Los van het verlies aan capaciteit zorgt dit voor het verdwijnen van ‘kennis’ en ‘vakmanschap’, waarbij vanuit organisaties de veelvuldig gehoorde klaagzang is dat het onderwijs op dit gebied, in relatie tot de kennis en kunde van de nieuwe toetreders, onvoldoende kwaliteit levert. Dit beeld is eenzijdig en lang niet altijd terecht. Tijd voor een andere benadering!
Gemiste kansen
Wat nu vaak gebeurt is dat studenten, die vanuit het beroepsonderwijs of andere opleidingsvormen stage komen lopen bij organisaties, te vaak worden gezien als goedkope extra handjes. Natuurlijk is dit meer dan handig in tijden van budgetbeperkingen en daarmee gepaard gaande capaciteitsproblemen. Alleen wordt door deze denk- en handelswijze een zeer waardevol neveneffect voor organisaties gemist, namelijk de toegevoegde waarde die stagiaires kunnen bieden door het benutten van hun kennis over de ontwikkelingen in de wereld buiten de organisatiemuren. Deze kennis en ervaring zijn namelijk niet te vervatten in de Excel-spreadsheets en datalijsten, die vooral binnen de middelgrote en grote organisaties worden gebruikt maar slechts te bezien zijn als een deel van het ‘totale plaatje’. Dit laatste zeker wanneer het gaat over de (toekomstige) ontwikkelingen in de samenleving maar ook wanneer het bijvoorbeeld gaat over social media en initiatieven op het gebied van duurzame en technologische ontwikkeling. Voor het missen van deze kansen zijn vanuit organisatieperspectief diverse oorzaken te benoemen:
- Organisaties kijken nu nog te eenzijdig naar het belang van stages, wat regelmatig wordt veroorzaakt door het beeld dat enkel stagiaires en indirect de onderwijsinstellingen hier baat bij hebben, in plaats van het uitgangspunt dat de stagiair waarde kan toevoegen. Ga in dat geval alleen al uit van de kennis van zaken die de jeugdigen hebben op het gebied van technologische ontwikkelingen en manieren om (virtueel) te communiceren en te verbinden. Hiermee lopen zij vaak lichtjaren voor op de ‘traditioneel’ denkende en handelende organisatie(bevolking). Op dit gebied valt voor menige organisatie nog iets te leren. Daarnaast is de stagiair van nu de potentiële klant en medewerker van de toekomst en daardoor als wandelende of in dit geval twitterende ‘reclamezuil en informatiebron’ van strategisch belang voor organisaties.
- Een andere oorzaak voor het onvoldoende benutten van toegevoegde waarde van stagiairs heeft te maken met het gegeven dat de afstemming over stages geregeld een papieren oefening is als gevolg van het formele gesprek tussen de organisatie (bij grotere organisaties HRM) en de vertegenwoordiger van de onderwijsinstelling. Doordat de stagiair en de daadwerkelijke mentor binnen de organisatie geregeld pas in een later stadium bij dit proces worden betrokken, komt bijvoorbeeld de leerstijl van de stagiair onvoldoende aan bod. Mensen passen echter niet in hokjes en leren ook niet conform een vast patroon. Het is daarom zaak hier in het eerste stadium van afstemming rekening mee te houden. Hierdoor kan makkelijker en sneller toegevoegde waarde worden gecreëerd voor alle betrokken partijen.
- Tijdens stageperiodes wordt niet tot nauwelijks geluisterd naar wat stagiairs kunnen meebrengen aan frisse ideeën, waarmee waarde kan worden toegevoegd aan ontwikkeling van mens en organisatie. Dit is vaak geen onwil maar een gevolg van de waan van de dag waar mentoren mee te maken hebben, waarbij het goed begeleiden van stagiaires niet hoog op de prioriteitenlijst staat. Het laatste is zeker het geval wanneer er (externe) druk op de ketel staat of binnen de organisatie sprake is van een hoog bureaucratisch en hiërarchisch gehalte. En als ideeën in een dergelijke setting toch geopperd mogen worden, dan zijn deze geregeld te vooruitstrevend in relatie tot traditionele denkpatronen. Hierdoor is het voor stagiaires lastig te fungeren als (tijdelijke) ideeëngenerator en worden kansen op het gebied van bijvoorbeeld innovatie gemist.
De stagiair als ideeëngenerator en inspirator
De conclusie is dat er op het gebied van stages nog veel ‘winst’ te behalen is voor onderwijs en bedrijfsleven. Vanuit het perspectief van de toegevoegde waarde van stages pleiten wij er in ieder geval voor stagiairs meer te bekijken door de bril van medewerkers en klanten van de toekomst en hen ook meer te betrekken bij de invulling van dit waardevolle instrument. Met de inspirerende ideeën van deze jonge mensen slagen bedrijfsleven en onderwijs er vast en zeker in om dichter bij elkaar te komen. Hiermee kan een positieve bijdrage worden geleverd aan de toekomst van de BV Nederland en daar is uiteindelijk iedereen bij gebaat.
*Dit artikel is geschreven met Thom Verleg, voormalig directeur Operations bij het ROC Nijmegen, en eerder in iets gewijzigde vorm gepubliceerd op Managersonline