Is het een droom of soms toch de realiteit? Lees over de jokkende directeur met een autoritaire leiderschapsstijl, die kritische vragen moet beantwoorden over de ontwikkeling van talent en een angstcultuur.
Ik vind Pinokkio een geweldig sprookje. Een houten pop die zich laat verleiden tot allemaal zaken die eigenlijk niet helemaal goed zijn, daarna de durf heeft iets voor een ander over te hebben en als je dan denkt dat het echt slecht gaat aflopen als een mooi ‘mensje’ in de echte wereld terecht komt.
Het mooiste is echter de houten neus, die steeds langer wordt als Pinokkio jokt! Geweldig. Denk jezelf eens in hoe dit zou zijn in de volgende situatie, die zich afspeelt bij de organisatie ‘Snel geld’ in het jaar 2018. Directeur ‘Egotripper’ (D) geeft een persconferentie om het aankomende faillissement aan te kondigen en door journalist ‘Prikdoor’ (J) worden diverse prikkelende vragen gesteld. In mijn droom verloopt de conferentie als volgt:
(J): ‘SnelGeld’ was voor de crisis de onaantastbare topper in zijn branche. Het kon niet op met de mooie bedrijfsresultaten, stijgende marktaandelen en de bonussen voor het topmanagement. Heeft u enig idee hoe het kan dat de concurrentie aan het einde van de crisis en de jaren daarna ‘SnelGeld’ heeft ingehaald, waarna uw organisatie feitelijk overvleugeld is?
(D): Nee, ik heb totaal geen idee wat hier de oorzaak van is. Wij hadden de juiste mensen op de juiste plaats zitten en het management was met de harde zakelijke en vooral controlerende leiderschapsstijl zeer succesvol. Daarnaast is de markt veranderd, maar ik had en heb het standpunt dat onze structuur en cultuur, die al decennia lang succesvol was, een garantie was voor een mooie toekomst. Onze strategie was in dat opzicht vooruitstrevend. (Een kleine uitstulping op de neus van directeur Egotripper wordt langzaam maar zeker zichtbaar).
(J). Ik heb vernomen dat ‘SnelGeld’ de afgelopen jaren te maken had met een ongekend hoog personeelsverloop ten opzichte van de concurrentie en dat uw klanten veel klachten hadden over de verslechterende kwaliteit van dienstverlening. Om even de woorden van een aantal klanten gebruiken: ‘Het leek wel of wij werden gezien als nummer of erger nog als melkkoe voor een maximaal financieel resultaat. Meedenken met de klant was uit den boze en de werknemers leken niet gemotiveerd’. Weet u waarom uw concurrenten hier geen last van hadden?
(D): Wat een vreemde vraag. De klachten van de klanten gingen vaak nergens over. Wij hebben echter tussentijds wel maatregelen genomen om mogelijke fouten uit te bannen en hiervoor strikte richtlijnen en controles ontwikkeld. Fouten maken door voor de werknemers was feitelijk onmogelijk. Daarnaast was de beloning voor het management altijd bovengemiddeld en kreeg het aanwezige talent bij ons natuurlijk alle ruimte. (De uitstulping op de neus van directeur Egotripper begint heel langzaam te groeien).
(J): Dat laatste is een interessante opmerking. Van diverse voormalige werknemers heb ik vernomen dat er intern alleen interesse was in een zo snel mogelijke winst en dat werknemers werden gezien als gebruiksmiddelen. Als er al investeringen zijn gedaan dan is het niet in de werknemers geweest. Uit de financiële stukken blijkt ook dat er behalve voor het topmanagement vrijwel niets werd geïnvesteerd in de ontwikkeling van het talent van het overige personeel. Ik ben benieuwd naar uw mening hierover?
(D): Wij hebben gedurende de afgelopen jaren heel veel investeringen gedaan in systemen, nieuwe huisvesting en software en dit is nooit ten koste gegaan van onze werknemers. Daarnaast hadden wij gestandaardiseerde opleidingsplannen, die direct perfect pasten bij de aanwezige functieprofielen. Meer is er volgens mij niet nodig om succesvol te zijn. En over investeringen gesproken; Onze managers hebben inderdaad allemaal extra bonussen ontvangen, die gebaseerd waren op vooraf vastgestelde targets, waarbij ook de CAO werd gevolgd. Wij hebben er dus alles aan gedaan om het juiste personeel te behouden! Er valt mij in dit geval ook niet te verwijten, want ik was natuurlijk niet verantwoordelijk voor het HRM-beleid. (Er komt vorm de groeiende uitstulping van directeur Egotripper. Het lijkt cilinderachtig met een houtstructuur’).
(J): De geluiden dat er dus sprake is van een angstcultuur, waarin alleen klonen van het topmanagement ruimte kregen om hun talenten te ontwikkelen, blijken dus niet te kloppen?
(D): Nee, wat een onzin. Ik heb het samen met de topmanagers vaak genoeg gehad over talentontwikkeling. Het MD-programma was een succes, wat ook blijkt uit het feit dat vrijwel alle topmanagers die voor de crisis in dienst waren nog steeds binnen het bedrijf werkzaam zijn. Daarnaast zou ik toch van de zogenaamde angstcultuur geweten moeten hebben. Ik liep dagelijks op mijn route naar het kantoor op de 18e etage langs HRM en de managers. Ik heb naar mijn weten de werknemers dus optimaal gefaciliteerd en ook nooit negatieve signalen gehoord van de werkvloer. (De neus van directeur Egotripper groeit nu met de vaart van een langskomende TGV).
(J): Wat heeft u gedaan met de signalen van onder andere HRM dat de concurrentie, tijden de crisis, druk doende was met brede investeringen in het talent van werknemers. Dit met het doel een optimale match te realiseren tussen de toekomstige wensen van de klant, de ontwikkelingen die impact hebben op de markt en het interne talent?
(D): Van wie heeft u dit nu weer gehoord? Zeker van de ‘ratten die vroegtijdig dit zinkende schip hebben verlaten’ en bij de concurrentie aan de slag zijn gegaan! Ja, HRM en die werknemers hebben nu makkelijk praten en u geeft het podium om een lange neus te maken, wat niet gepast is! Je kunt niet iedereen faciliteren om het aanwezige talent te ontwikkelen, nog even los van de moeite en tijd die dit kost. Daarnaast was mij niet bekend dat dit de organisatie en klanten ten goede zou komen. (De neus van directeur Egotripper lijkt nu wel een bezemsteel).
(J): Mijn laatste vraag voor dit moment. Hoe ziet u uw eigen toekomst voor zich?
(D): Kijk nu komen we waar het echt over gaat. Ik heb natuurlijk ook last van deze hele situatie. Na te hebben genoten van een langdurige vakantie in een luxe resort ga ik natuurlijk weer aan de slag bij een grote organisatie. Iemand met mijn talenten en visie is altijd van toegevoegde waarde voor organisaties en de samenleving. (Nu groeit de neus van Egotripper natuurlijk niet. Het is namelijk zijn eigen waarheid).
Pfff… gelukkig ontwaak ik net uit deze droom. Ik ben blij dat er in de realiteit voldoende visionaire bestuurders op deze wereld zijn die het nut en de noodzaak zien van een investering in talent en de durf hebben hier echt wat mee te doen. Sommige sprookjes hebben terecht een mooi einde. 2018 kan voor velen nog wel eens een mooi jaar worden!